Het opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank is per 31 december 2018 beëindigd. Tot het eind van 2018 zijn er gedurende het gehele jaar nog staatsleningen opgekocht zodanig dat er steeds grote hoeveelheden geld in de economie werden gestopt met als gevolg dat de marktrente kunstmatig op een laag niveau blijft. De werkelijke tarieven van zowel de lange als de korte rente vallen hierdoor lager uit dan wat er ten tijde van de begroting werd verwacht.
Rentepercentages | |||
Omschrijving | Programma-rekening 2017 | Programma-begroting | Programma-rekening 2018 |
Korte rente (geldmarkt: financiering tot 1 jaar) – 3 maands | -0,339 % | 0,25 % | -0,343% |
Lange rente (kapitaalmarkt: financiering ≥ één jaar) | 1,064 % | 1,50 % | 1,141% |
De lagere rente heeft effect op het product financiering. In de begroting houden we rekening met een hogere renteomslag. Dit is het tarief wat we doorberekenen aan programma’s, producten, investeringen en grondexploitaties. Het voordeel wordt behaald door deze af te zetten tegen de rente die we betalen voor het aantrekken van geld.
bedragen x € 1.000.000 | ||||
Renteschema | Programma-rekening 2017 | Programma-begroting 2018 | Programma-rekening 2018 | |
a. De externe rentelasten | 10,1 | + | 9,7 | 9,7 |
b. De externe rentebaten | 3,0 | - | 3,0 | 2,8 |
A. Totaal door te rekenen externe rente | 7,1 | = | 6,7 | 6,9 |
c. Rente grondexploitatie(2,5%) | 5,4 | - | 4,5 | 4,7 |
c. De rente van de projectfinanciering | 0,0 | - | 0 | 0,0 |
B. Rente Grondzaken en projectfinanciering | 5,4 | = | 4,5 | 4,7 |
C. Saldo door te rekenen externe rente (A-B) | 1,7 | 2,2 | 2,2 | |
d1. Rente over het eigen vermogen | 2,1 | + | 2,3 | 2,1 |
d2. Rente over de voorzieningen | 1,9 | + | 2,0 | 2,0 |
D. rente over eigen financieringsmiddelen | 4,0 | = | 4,3 | 4,1 |
De toegerekende rente (3%) | 6,8 | + | 7,9 | 7,2 |
Aan de taakvelden toe te rekenen rente (C+D) | 5,7 | - | 6,5 | 6,3 |
Renteresultaat taakveld Treasury | 1,1 | = | 1,4 | 1,0 |