Programmadoelstelling
Inwoners in Ede hebben regie over hun eigen leven, doen mee naar vermogen, en krijgen indien nodig daarbij begeleiding en ondersteuning.
De gemeente is in dat kader verantwoordelijk voor een breed aanbod van individuele ondersteuning, zoals benoemd in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet en de Participatiewet.
De Wmo biedt ondersteuning die erop gericht is dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Het gaat om onder andere: woningaanpassingen, thuisondersteuning, begeleiding en dagbesteding, ondersteuning om de mantelzorger tijdelijk te ontlasten, beschermd wonen, maatschappelijke opvang, cliëntondersteuning en vervoer.
De Jeugdwet bepaalt dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor alle vormen van jeugdhulp en de plicht hebben om jeugdhulp en ondersteuning te bieden wanneer kinderen en gezinnen dit nodig hebben. Het aanbod bestaat uit ambulante jeugdhulp, pleegzorg, verblijf, jeugd-ggz, zorg voor jongeren met beperkingen en jeugdbescherming en -reclassering.
De Participatiewet regelt de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor alle mensen die kunnen werken maar daarbij wel ondersteuning nodig hebben. Gemeenten hebben de opdracht deze groeiende doelgroep ondersteuning te bieden zodat zij aan het werk gaan. Waar nodig is er ondersteuning om het salaris aan te vullen (inkomensondersteuning).
De sociale infrastructuur richten we zo in dat deze optimaal de zelfredzaamheid van onze inwoners ondersteunt. De individuele voorzieningen zijn bedoeld voor situaties waarin het eigen netwerk, informele ondersteuning en de voorliggende voorzieningen niet toereikend zijn.
Goede zorg en ondersteuning aan onze inwoners staan voorop. In Ede geven we in partnerschap vorm aan deze ondersteuning en staat de vraag van onze inwoners centraal.
Waar wij de eerste jaren na de decentralisaties nog te maken hadden met financiële overschotten zijn inmiddels in het sociaal domein forse tekorten ontstaan. De uitdaging daarbij is het bieden van kwalitatief goede, effectieve en efficiënte zorg binnen de kaders van een duurzaam financieel perspectief. Er zijn in 2018 maatregelen ontwikkeld voor een ombuiging van € 6,5 miljoen. Om te komen tot een duurzaam financieel perspectief worden aanvullende maatregelen voorbereid. Deze zijn gebaseerd op een aanscherping van onze inhoudelijk visie die verwoord is in leidende principes. In de perspectiefnota zal hierover richtinggevend wordt besloten en de uitwerking daarvan zal in de Programmabegroting 2022-2023 worden vastgesteld.