Voorraden

Verloopoverzicht voorraden   bedragen x € 1.000

Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie

De balanspost Onderhanden werk betreft alleen bouwgronden in exploitatie. In 2018 is deze balanspost verminderd met € 42,6 miljoen grotendeels door verkoop van onroerende goederen (bouwterreinen en gebouwen) en vermeerderd met € 7,0 miljoen, waarvan -/- € 12,6 miljoen door afsluiting van een viertal plannen, € 4,7 miljoen door rentetoevoeging en € 2,2 miljoen door tussentijdse winstneming en € 12,7 miljoen door overige kosten. Deze winstneming betreft de stelselwijziging vanuit de Notitie Grondexploitaties 2016 (BBV). Voor een uitgebreide toelichting op de inkomsten en uitgaven betreffende de projecten in plan- en realisatiefase wordt verwezen naar het MPG 2019 dat als bijlage van deze jaarrekening is opgenomen. Het resumerende resultaat is in onderstaande tabel in beeld gebracht.

Gereed product en handelsgoederen
De balanspost gereed product en handelsgoederen omvat per 31 december 2018 alleen de op voorraad liggende magazijngoederen. Gedurende het jaar is deze voorraad gemuteerd door inkopen (vermeerdering van € 363.000) en afgiften van magazijngoederen (vermindering van € 321.000). In de verminderingen zit eveneens de overboeking van het grondproject onderhanden werk wonen voor een bedrag van € 873.000.

Voorziening voor negatieve plannen Grondzaken
In de paragraaf grondbeleid bij deze jaarrekening is een nadere toelichting gegeven op de ontwikkeling van de voorziening in aanloop naar de vaststelling van de negatieve plannen bij het MPG. De voorziening voor negatieve plannen Grondzaken is dienovereenkomstig gemuteerd. De toevoeging aan de voorziening (zie kolom vermeerdering) is de inflatiecorrectie voor € 1,4 miljoen, terwijl de onttrekking (zie kolom vermindering) ad € 17,2 miljoen betrekking heeft op het afsluiten van de negatieve plannen AZO-terrein woningbouw, Het Nieuwe Landgoed en Veldhuizen A-Herstructurering voor € 14,3 miljoen en € 2,9 miljoen vrijval van de voorziening vanwege een gunstige ontwikkeling van de lopende negatieve plannen.

Uitzettingen met een looptijd < 1 jaar
Vorderingen op openbare lichamen.
Het saldo van deze vorderingen op de balans per 31 december 2018 bedraagt € 558.000, gesplitst naar vorderingen op rijk/provincies/gemeenten € 531.000 en overig € 27.000. De toelichting op de voortgang en de invordering van deze vorderingen is meegenomen bij het onderdeel overige vorderingen.

Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd < 1 jaar
De gemeente is op grond van de Wet financiering decentrale overheden verplicht tot deelname aan het schatkistbankieren. Voor de gemeente betekent schatkistbankieren dat zij al haar overtollige middelen aanhoudt in de schatkist bij het ministerie van Financiën (zie ook de paragraaf financieringen). Op 31 december 2018 heeft de gemeente € 10.763.000 uitstaan op 's Rijks schatkistrekening.
Het drempelbedrag is het maximale bedrag dat de gemeente over een heel kwartaal gezien gemiddeld op dagbasis buiten de schatkist mag houden. Door middel van een berekening dient aangegeven te worden of aan deze regel is voldaan. Uit onderstaande tabel blijkt dat er geen sprake is geweest van overschrijding van het drempelbedrag.

Overige vorderingen
De overige vorderingen worden onderscheiden in:

• Belastingdebiteuren (zoals opgelegde belastingkohieren WOZ en afvalstoffenheffing).
• Debiteuren Werk, Inkomen en Zorg (bijstandsuitkeringen).
• Overige debiteuren (zoals plankosten en verhuur van onroerend goed).

Het saldo van de overige vorderingen ultimo 2018 bedraagt € 9.746.000. In onderstaande tabellen en in de daarbij behorende toelichtingen wordt ook het saldo van de openstaande vorderingen openbare lichamen ad € 535.000 meegenomen, daar de administratieve verwerking en afwikkeling ervan deel uitmaken van hetzelfde debiteurenproces.

Per categorie worden de overige vorderingen onderstaand toegelicht.

Belastingdebiteuren

De belastingdebiteuren hebben in tegenstelling tot de reguliere debiteuren de mogelijkheid hun vordering in termijnen te voldoen. Uit de tabel blijkt dat het grootste gedeelte van de openstand betrekking heeft op het belastingjaar 2018. Ten opzichte van 2017 is er een behoorlijke daling te zien in de openstand. De aangehouden vorderingen precariobelasting over de jaren 2016 en 2017 zijn als gevolg van het afkomen van de duurovereenkomst met Vitens gecorrigeerd. Door de duurovereenkomst blijft de oplegging van de aanslag precariobelasting achterwege.
Voor vorderingen die langer dan een jaar open staan is er een voorziening gevormd, de zogeheten voorziening dubieuze belastingdebiteuren. De voorziening heeft ultimo 2018 een saldo van € 236.000.

Debiteuren Werk, Inkomen en Zorg

Het economische risico van de WIZ-debiteuren, inclusief de onder de financiële activa verantwoorde vorderingen krediethypotheek ad € 335.000, ligt bij de gemeente en is geïndiceerd op 28%. Hiervoor is een voorziening dubieuze debiteuren WIZ gevormd. Per 31 december 2018 kent de voorziening een saldo € 1.927.000, waarvan € 94.000 betrekking heeft op de vorderingen krediethypotheek.

Overige debiteuren
In het navolgende verloopoverzicht wordt de openstand ultimo 2018 afgezet tegen de vergelijkbare cijfers uit de jaarrekening van een drietal voorgaande jaren. De openstand ultimo 2018 bedraagt € 4.889.000, onderscheiden in vorderingen van publiekrechtelijke aard voor € 329.000 en in vorderingen van privaatrechtelijke aard voor € 4.560.000. De voorziening dubieuze overige debiteuren heeft een saldo van € 778.000 per 31 december 2018.

In december 2018 is er aan overige debiteuren gefactureerd voor een bedrag van € 3,5 miljoen (2017: € 7,4 miljoen). Dit betreft voornamelijk incidentele vorderingen, waarvan de gefactureerde bijdrage voor het Samenwerkbedrijf € 0,8 miljoen en de bijdrage voor detacheringen € 1,1 miljoen de grootste posten zijn. Per medio februari 2019 is in totaal € 2,7 miljoen ontvangen voor de op 31 december 2018 openstaande vorderingen.

Voorziening dubieuze vorderingen
Bij de drie categorieën overige vorderingen is reeds melding gemaakt van de stand van de desbetreffende voorziening. In de balans wordt de voorziening geëlimineerd op de balanspost overige vorderingen met uitzondering van het saldo van de voorziening dubieuze debiteuren WIZ onderdeel krediethypotheken. Het saldo van deze voorziening ad € 94.000 wordt geëlimineerd op de vaste activa, onderdeel financiële activa overige langlopende uitzettingen.
Samenvattend kan gesteld worden dat de totale voorziening dubieuze vorderingen gedurende het verslagjaar is afgenomen met € 885.000 tot een boekwaarde van € 2.941.000 op 31 december 2018. De belangrijkste afname heeft betrekking op de herijking van het percentage dubieus voor de debiteuren WIZ.
Het verloop van de voorziening per categorie geeft een afname te zien van € 25.000 voor de belastingdebiteuren (van € 261.000 naar € 236.000), een afname voor de debiteuren WIZ van € 783.000, waarvan € 27.000 voor het onderdeel debiteuren krediethypotheken (van € 2.710.000 naar € 1.927.000, waarvan onderdeel krediethypotheken van € 121.000 naar € 94.000) en een afname voor de overige debiteuren van € 198.000 (van € 976.000 naar € 778.000).

Liquide middelen

Overlopende activa

Vooruitbetaalde bedragen
Het overgrote deel van de balanspost vooruitbetaalde bedragen, namelijk € 4,9 miljoen, wordt gevormd door de betaalde voorschotten op de subsidiëring 2019 voor het programma Cultuur.

Nog te ontvangen bedragen
De specificatie van nog te ontvangen bedragen vermeldt als belangrijkste posten: de van de belastingdienst te ontvangen aangifte BTW-compensatiefonds € 16.215.000 (2017: € 17.648.000), de van het Rijk te ontvangen bijstellingen Algemene Uitkering voornamelijk Sociaal Domein € 4.173.000 (2017: € 5.163.000), nog te ontvangen afvalstoffenheffing (in verband met diftar) € 2.205.000, nog te ontvangen Rijksbijdrage ruiming conventionele explosieven € 1.311.000, vangnetuitkering Participatiewet € 1.187.000, de nog te ontvangen rente voor geldleningen ug ad € 1.082.000 (2017: € 1.232.000) en een nog van ACV te ontvangen bijdrage ad € 1.043.000 in de gemaakte kosten voor het Samenwerkbedrijf.